Er staan papa en mama schoenen. De kleuters luisteren naar de juf. Die vertelt over een taakje dat thuis gedaan moet worden. Wie doet het taakje thuis? Ga in de juiste rij staan. Bij de mama schoen of bij de papa schoen. Wanneer we in het midden staan doen ze de taakjes alle twee.
Bijvoorbeeld: wie werkt er het meeste in de tuin?
De kinderen staan in de paparij.
Wie kookt er thuis?
De meeste kleuters staan nu bij de mama schoenen in de rij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten