Er zitten drie kabouters in onze kring. Ze hebben alle drie een blauwe muts op. Er is er één groot, middelgroot en klein. |
We bekijken de voorwerpen die bij de kabouters horen.... Wat zien we allemaal liggen? |
Eerst gaan we de voorwerpen sorteren. Voorzichtig zijn want er zijn dingen breekbaar.... |
Daarna kijken we naar de dingen hoe groot ze zijn. We vergelijken ze met de kabouters. We leggen de voorwerpen bij de juiste kabouter. |
Dat ging goed allemaal. Nu leggen we de voorwerpen eens van groot naar klein. |
En nu het harde werk.... we gaan samen de dwergen van groot naar klein kleven in de rij. Wie gaat er knippen? Wie kijkt er al eens goed naar de dwergen? Wie gaat kleven? |
We kijken nog eens bij elkaar of het juist is. |
Hier gaan ze om de beurt een dwerg opkleven! |
Het is tijd voor ons fruit. We gaan eens in de rij staan van groot naar klein.... Volgende keer gaan we natuurlijk eens in de rij staan van klein naar groot. |
Verhaaltje van vorige week in de juiste volgorde kleven. |
Experimenteren met hoeveelheden in de nootjeswinkel. |
We doen de oefening van in onze kring nog eens zelfstandig in de kabouterhoek. |
Wauw knap. We boetseren een paddenstoel op een berg. |